Geschiedenis
Historie van de Christelijke Oratorium Vereniging Immanuel in vogelvlucht
Op 2 februari 1916 kwamen in Kampen vijf enthousiaste mannen bijeen in De Beurs aan de Diek, een niet meer bestaand gebouw op de hoek van de Dorpstraat en de St. Nicolaasdijk in Brunnepe. De heren Voerman, Vos, van de Weerd, van Werven en van de Wetering waren van plan een muziekvereniging op te richten. Maar bij gebrek aan instrumenten en de geldmiddelen om deze aan te schaffen, besloot men toen om een Christelijke Gemengde Zangvereniging het licht te doen zien. Aanvankelijk had deze zangvereniging nog geen naam; desondanks groeide zij wel in vier weken uit van acht tot veertig leden. Na zes weken bedenktijd werd besloten het koor Immanuel te noemen.
De eerste dirigent was de heer Hein Stoel. Volgens overlevering sloot hij de repetities herhaaldelijk af met de opmerking: ‘Loaten we nog maar ies zingen: Dennenboom, o dennenboom.’ Na enkele jaren droeg de heer Stoel zijn dirigeerstok over aan de 19-jarige Lammert Neijmeijer. Deze was vanaf zijn zestiende jaar koorlid en volgde muzieklessen in Zwolle. Zijn directietaken vatte hij zeer serieus op en onder zijn leiding groeide het ledenaantal gestaag. De Kamper Courant meldt op 8 februari 1924 dan ook: ‘Onder aanvuring van haar jeugdigen directeur gaf de Brunneper Chr. Gem. Zangver. Immanuel haar vijfde openbare uitvoering boven ’t Collegie’ (de huidige ABN-Amrobank aan de IJsselkade) en laat verder weten: ‘Gezien den ijver van haar dirigent is er hoop voor de toekomst.’ Deze toekomst bleek welverzekerd. Op Neijmeijers verzoek werd Immanuel lid van de toenmalige Bond van Christelijke Zang- en Oratoriumverenigingen in Den Haag. Zo kreeg de vereniging het recht deel te nemen aan diverse concoursen in Zwolle en Meppel. Volgens de annalen trokken de koorleden per fiets op naar de concoursplaatsen, waar de ingestudeerde liederen ten uitvoer werden gebracht. Vanuit lagere regionen wist Immanuel door de jaren heen op te klimmen tot de afdeling uitmuntendheid. De verworven medailles en lauwerkransen maken nog steeds deel uit van het vaandel.
De eerste jaren werden jaarlijkse concerten, bestaande uit a capella gezongen liederen, opgefleurd met declamaties. Tijdens het jubileumconcert in 1931 droeg de heer Leene enkele gedichten van Marnix van St. Aldegonde en Guido Gezelle voor. De gedreven Lammert Neijmeijer wilde echter verder met zijn koor. Het gezelligheidskarakter van de jaarlijkse uitvoering verdween dan ook naar de achtergrond. Vanaf 1934 volgde een reorganisatie in de concertprogrammering. De genoeglijke voordrachten en liederen werden vervangen door twee zangwerken per uitvoering. Dankzij de medewerking van professionele solisten, een Kamper strijkorkest en de pianiste Annie Moulin-Rijkx konden werken, zoals de Kruisvaarders, Das Lied von der Glocke en Der Ostermorgen in de Stadsgehoorzaal worden uitgevoerd. In financieel opzicht een aderlating voor de koorvereniging. De programmaboekjes uit die jaren bevatten dan ook een overvloed aan advertenties van Kamper bedrijven.
In 1937 durfde de heer Neijmeijer het aan om Die Schöpfung van Haydn met koor, orkest en solisten uit te voeren. Dankzij dit succesvolle concert voerde Immanuel in de laatste vooroorlogse jaren meerdere avondvullende werken uit.
Ondanks het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, vierde de Christelijke Oratoriumvereniging Immanuel in 1941 op zeer feestelijke wijze haar 25-jarig bestaan met de uitvoering van Der Messias van Händel. Vanwege de oprichting van de Kulturkammer werd de instudering van de Saul van Händel in 1942 ruw onderbroken. Immanuel dook dan ook tijdelijk onder, maar gaf al in juli 1945 door middel van een triomfantelijk persbericht te kennen dat de wekelijkse repetities waren hervat en dat inmiddels de Elias van Mendelssohn in studie was genomen.
In het jaar 1946 had Immanuel twee heuglijke feiten te gedenken. Als koorvereniging bestond ze 30 jaar en Lammert Neijmeijer was 25 jaar koordirigent. Mede dankzij de donateurs die vijfhonderd gulden bijeen wisten te sprokkelen, werden Die Schöpfung van Haydn in de Stadsgehoorzaal en Der Messias van Händel in de Bovenkerk uitgevoerd, begeleid door de professionele Arnhemse Orkestvereniging. De recensent van het Kamper Nieuwsblad toonde zich zeer gelukkig met dit initiatief en schreef dan ook: ‘In het verleden zijn er vaak onaangename dingen gezegd over het orkest dat het koor begeleidde. Meestal een in de haast bij elkaar getrommeld groepje amateurs, dat de gevolgen van die plotselinge geboorte nooit te boven kwam.’ Goede raad bleek duur, maar vanaf die tijd contracteerde het bestuur slechts beroepsorkesten voor het begeleiden van de jaarlijkse voorjaarsconcerten.
De naoorlogse jaren stond het koor onder leiding van meerdere dirigenten. De heer Neijmeijer legde zijn dirigentschap neer en werd opgevolgd door de heren van Mierlo, Kwakkel, Dul en Schellevis. De Stadsgehoorzaal bleek niet meer als ideale concertruimte te voldoen. Vandaar dat men vanaf 1957 uitweek naar de Broederkerk. Daar vonden succesvolle uitvoeringen van o.a. het Weihnachtsoratorium, de Matthäus- en de Johannes Passion van Bach plaats.
In 1966 vierde Immanuel met een verrassend concert haar 50-jarig bestaan in de Bovenkerk. De traditie van het avondvullende werk werd doorbroken met het uitvoeren van drie kortere oratoriumwerken. Het Nieuw Kamper Dagblad meldt dan ook: ‘De jubilaris is vol goede wil tot repertoirevernieuwing.’
Inmiddels verzorgde de organist Klaas Jan Mulder al enkele jaren de koorbegeleiding. Hij werd op 1 april 1969 als nieuwe dirigent aangesteld. Onder zijn leiding ging de C.O.V. Immanuel gouden jaren tegemoet. Het ledenaantal steeg door de jaren heen tot ongeveer 125 personen en tot twee keer toe werd de Hohe Messe van Bach uitgevoerd. Daarnaast wist Mulder werken van o.a. Brahms, Franck, Mendelssohn, Puccini, Haydn, Poulenc en Mozart op grootse wijze te laten klinken. Als absoluut hoogtepunt mag de uitvoering van het Requiem van Verdi op 4 mei 1995 in de Bovenkerk worden vermeld, waarbij de heer Pri Gall als ambassadeur van Israel aanwezig was.
Ten tijde van Mulders dirigentschap werden twee concertreizen georganiseerd. In het voorjaar van 1991 concerteerde Immanuel in de Augustinerkirche in Wenen en in het klooster van Melk in Oostenrijk. Het toch wel verwende Oostenrijkse publiek verraste de concertgevers met staande ovaties. In het najaar van 1997 volgde een bezoek aan het voormalige Oost-Duitsland, waarbij concerten werden gegeven in Weimar, Leipzig en Dresden.
Op 1 april 1994 mocht worden gevierd dat Klaas Jan Mulder 25 jaar als dirigent aan de C.O.V. Immanuel was verbonden. De nietsvermoedende dirigent werd geconfronteerd met het programma ‘In de hoofdrol… Klaas Jan Mulder.’ Burgemeester H.C. Kleemans bood hem op deze avond de gouden erepenning van de stad Kampen met de daarbij behorende oorkonde aan. Na een dirigentschap van ruim 31 jaar nam Klaas Jan Mulder met de uitvoering van de Paulus van Mendelssohn afscheid van de C.O.V. Immanuel. De dirigeerstok heeft hij vol vertrouwen overgedragen aan de heer Harrie Poulssen. Onder diens leiding vierden we op 2 februari 2001 het 85-jarig bestaan en verzorgden we op 17 mei van dat jaar een succesvol jubileumconcert.
In de jaren daarop volgden, naast de jaarlijkse concerten, reizen naar Linz in Oostenrijk in 2002, Ottobeuren en Weingarten in Zuid-Duitsland in 2007 en in 2011 naar Berlijn, waar het koor een uitvoering van de Elias van Mendelssohn bracht in de gerenommeerde Berliner Philharmonie en in de Nikolaikirche van Potsdam.
En nu, in 2014 is de cirkel bijna rond en vieren wij in 2016 ons eeuwfeest. Honderd jaar en springlevend! Een levende vereniging met een rijke historie verbonden aan haar stad Kampen en wijde omgeving. 2016 zal naast het vieren van wat geweest is ook een opmaat vormen voor de toekomst door bruggen te slaan. Muziek als kunstuiting. Over het algemeen wordt onder kunst verstaan: het product van creatieve menselijke uitingen zoals schilderen, tekenen, beeldhouwen, fotografie, film, interactieve media, literatuur, poëzie, theater, muziek, zang, dans of bouwkunde. Geen twijfel mogelijk, muziek is kunst.
Het hoofdbestanddeel van ons jubileum in 2016 zal het grootse koorwerk Die Schöpfung zijn, waarmee we als koor verbonden zijn sinds 1937, toen het ons eerste avondvullende werk was. In 2016 zal dit werk de verbindende factor zijn in een ‘cross-over’ door meerdere creatieve uitingen te combineren. Wij zijn in gesprek met samenwerkingspartners om ‘de schepping’ in beeld te brengen. Het concert in 2016 moet een multimediale uitvoering worden met beeldpresentaties analoog lopend aan onze uitvoering van Die Schöpfung. De maand voorafgaande aan het jubileumconcert is het de bedoeling een open tentoonstelling te starten van de vele mogelijke beeldende kunstuitingen in de Buitenkerk. Opties die we onderzoeken zijn: beeldende kunst, poëzie, literatuur, foto’s et cetera. Alle Kamper kunstenaars nodigen we uit om mee te doen. Basisscholen zullen wij uitnodigen er een project van maken. De plannen moeten nog worden uitgewerkt maar het doel is duidelijk: Immanuel steekt een hand uit en wil in verbinding met anderen de toekomst in.
Honderd jaar is lang. Het brengt de verplichting met zich mee goed te zorgen voor het voortbestaan van het cultureel erfgoed waar wij deel van uitmaken. Dat doen we graag en met gepaste trots. Het zou geweldig zijn als concertkoor Immanuel haar eeuwfeest zou mogen opluisteren met het predicaat koninklijk. Dat zou recht doen aan haar leden én aan de trouwe schare bezoekers uit Kampen en wijde omgeving, door de jaren heen. Het zou een signaal zijn aan jongeren dat de toekomst deels in het verleden is gemaakt en verlangen wordt gewekt er deel van uit te maken.